Piramide en activiteiten

 

Bij Top4Kids worden de kinderen begeleid vanuit de Piramide pedagogiek. We houden hierbij rekening met de ontwikkelingsfases

en interesses van de kinderen. Piramide is een methode die speciaal door Cito ontwikkeld is voor kinderen van 0-7 jaar. Het doel van deze methode is om aandachtspunten in de ontwikkeling te signaleren en baby’s, peuters en kleuters de kans te geven zich optimaal te ontwikkelen.

 

Piramide is opgebouwd rondom projecten. Die gaan over vertrouwde dingen, zoals bijv. mensen, de seizoenen en het verkeer. Er zijn vaste thema’s die elk jaar herhaald worden. Wij zijn ongeveer vier weken bezig met een project. Ook buiten de vaste geplande thema’s kan er met andere thema’s gewerkt worden, bijvoorbeeld een thema wat landelijke aandacht heeft.

 

Iedere ochtend gaan we gezamenlijk met de kinderen in de kring en bespreken we het thema, zingen we thema gerichte liedjes en lezen we voor uit het thema boek. Ouders worden op de hoogte gebracht van het thema d.m.v. een themabrief. Deze brief wordt digitaal naar ouders verzonden. Hierin lezen de ouders wat er leeft bij de kinderen en kunnen ze hier thuis op in spelen.

 

Met Piramide stimuleren en verrijken we de vaardigheden van de kinderen. De activiteiten zijn gericht op o.a.:

  • Het vergroten van de sociale vaardigheden
  • Het bevorderen van de sensomotorische ontwikkeling
  • Het bevorderen van de taalontwikkeling
  • Het bevorderen van de cognitieve ontwikkeling
  • Het bevorderen van de creatieve ontwikkeling

De Piramidemethode kiest voor een brede gestructureerde aanpak. De kinderen weten waar ze aan toe zijn, ze kennen de regels en ze weten dat al het speelgoed een vaste plek in de groep heeft. Een belangrijk kenmerk van Piramide is werken met een vast dagritme.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van herkenbare en zichtbare dagritme kaarten. ’s Ochtends wordt de dag doorgenomen, zodat de kinderen precies weten hoe deze er uit komt te zien.

 

Het werken aan projecten gebeurt in 4 fases:

 

1. Oriënteren: de kinderen richten zich op het thema van het project, de totale context, waarin alle leeractiviteiten zullen plaatsvinden. Daarnaast moet Oriënteren de kinderen in de goede stemming brengen en ten slotte moeten de activiteiten aansluiten bij hun ervaring en bij wat de kinderen al weten van het onderwerp.

 

2. Demonstreren: hierbij speelt de waarneming een belangrijke rol. Kinderen moeten kunnen voelen, proeven en ruiken (dichtbij-zintuigen) en kijken en horen (veraf-zintuigen). Het materiaal wordt zo gekozen dat alle kinderen veel zintuiglijke ervaring opdoen.

 

3. Verbreden: we laten overeenkomsten en verschillen ervaren, de kinderen verwoorden hun eigen ervaringen en we geven meer en andere voorbeelden. De taal speelt in deze fase een belangrijke rol.

 

4. Verdiepen: is de laatste stap en heeft tot doel dat de kinderen, dat wat ze hebben geleerd bij Demonstreren en Verbreden, verder op hun eigen wijze kunnen toepassen in nieuwe situaties. Deze stap zal vaker worden toegepast bij het oudere kind.